Mama Sophie schrijft Van prenatale pret naar postnatale angststoornis
Verliefd, verdoofd, verstijfd en verlost
Voor Stein
Stein, jij bent het beste wat mij ooit is overkomen. Jij bent nooit het probleem geweest, maar de oplossing. Door jou ben ik sterker dan ooit. Door jou heb ik geleerd dat hoe erg iets ook kan lijken dat het echt goed kan komen. Jij bent een fantastisch lief en vrolijk mannetje. Ik zie zowel van je papa als van mij eigenschappen terug. Jij bent het beste van ons twee. Voor jou heb ik alles over. Ik hou van je en zal je altijd helpen en liefhebben.
Je mama
Verliefd
Mei-december 2019
Twee streepjes! Zie ik dat goed? Ja, ik ben zwanger. Na zes maanden proberen was het dan echt zo: we krijgen een baby!
Ik wilde altijd al moeder worden. Het liefst van twee kinderen. Al van jongs af aan zag ik een gezinnetje voor me. Maar eerst wilden mijn vriend en ik onze studies afmaken, een huis vinden, werken en een stabiel leven hebben. De jaren gingen voorbij en ineens waren wij allebei 32 jaar. We waren klaar voor het gezinsleven.
De zwangerschap verliep best goed. De eerste weken had ik wel erge buikkrampen en na acht weken was ik af en toe misselijk. Het eerste trimester was ik vooral erg moe. Het tweede trimester verliep prima. Ik had veel energie en shopte er op los met mijn moeder en zus. De nesteldrang werd heviger en heviger. In de tussentijd waren we thuis met een verbouwing begonnen. Een serre, nieuwe keuken, nieuwe vloer, alles stuken en verven. De hele begane grond was een oorlogsgebied geworden. Ik werd daar op een gegeven moment erg onrustig en zelfs paniekerig van. Mijn vriend hakte toen de knoop door. ‘We gaan vanaf nu bij je ouders een tijdje wonen, totdat de verbouwing klaar is’. En zo geschiedde het. Bij mijn ouders hadden we een eigen kamer en het was een gezellige tijd. Ook hadden we veel steun aan mijn schoonouders.
Aan het einde van het derde trimester bleek dat mijn bloeddruk aan het stijgen was. Het was geen zwangerschapsvergiftiging, maar ik werd goed in de gaten gehouden. Bijna elke dag ging ik langs de verloskundige. Ook bleek dat onze baby aan de grote kant was. ‘Oh ja hij heeft grote voeten en een dikke buik, zei de verloskundige tijdens een echo’. Dit was wel relevant, want mijn zus heeft acht jaar geleden een keizersnede gehad wegens een grote baby. Er volgden daarom wat groeiechos en ik werd doorverwezen naar de gynaecoloog. Onze baby bleek p95 te zijn! Een flinke knoeperd. Aai, wat nu? Het advies was om toch de zwangerschap zo ver mogelijk uit te zitten. De gynaecoloog was geen fan van een inleiding.
14 januari 2020
Inmiddels was ik 39 weken zwanger. Bij het bezoek aan de verloskundige bleek dat mijn bloeddruk toch echt te hoog was. Ik werd weer doorverwezen naar het ziekenhuis en kreeg medicijnen tegen een hoge bloeddruk. Het advies was nu om wel in te leiden. Ik kon zelfs dezelfde dag al een ballonkatheter krijgen. Poe, nu kwam het toch ineens allemaal wel heel dichtbij. We besloten om nog twee dagen te wachten om aan het idee te wennen.
16 januari 2020
‘Je hebt geen kik gegeven’. Zei de gynaecoloog met een glimlach. Ze had net de ballonkatheter geplaatst. Het viel inderdaad mee. Ik voelde er weinig van. Wel kreeg ik snel wat krampen. Mijn vriend en ik werden naar huis gestuurd. Met een beetje geluk zou de ballonkatheter de bevalling op gang brengen of anders voor wat ontsluiting kunnen zorgen.
17 januari 2020
7 uur ‘s ochtends
De volgende ochtend meldden we ons weer in het ziekenhuis. En ja hoor! Ik had 3 a 4 cm ontsluiting. Ik kon het bijna niet geloven. Het voelde als een cadeau, want ik had er weinig last van gehad. De dokter was tevreden en ging de vliezen doorprikken. Splashhhhh. Ik voelde het warme vruchtwater langs mijn benen lopen. Ik kreeg een infuus met de weeën opwekkers en ik werd gekoppeld aan een CTG apparaat. De weeën volgden bijna onmiddellijk. Shit, dat viel al gelijk tegen. Ik voelde de weeën in mijn rug en benen. Hoe kan ik deze pijn wegpuffen? Nou niet dus bleek. Op bed liggen lukte niet. Lopen dan? Nee, dat lukte al helemaal niet. De verpleegkundige stelde voor om een douche te nemen. Dat bleek een slecht idee te zijn. De pijn was zo hevig dat ik eigenlijk niet kon bewegen, laat staan uitkleden en weer aankleden.
Ik ging op een krukje naast het bed zitten. Een lieve stagiaire duwde op mijn rug. Dat hielp enigszins. Mijn vriend wisselde haar af. Hoe ga ik dit volhouden? Na een paar uur was de pijn heel intens en de weeën volgden elkaar snel op. Ze waren er eigenlijk bijna constant. De stagiaire dacht wel dat ik wel eens veel ontsluiting zou kunnen hebben.
Verdoofd
Rond het middaguur
Mijn ontsluiting werd gecheckt. Wat! Ik bleek nog steeds op 3 a 4 cm te zitten. Hoe kan dat nou? We waren nu toch nu al zo’n vijf uur bezig. Mijn stemming veranderde. Ik merkte dat de moed mij in de schoenen begon te zakken. Ik ga dit nooit volhouden dacht ik. Ik faal. En toen raakte ik in een soort van trance.
De verloskundige raadde pijnbestrijding aan. Ik kon een
ruggenprik krijgen. Voor de bevalling had ik hier wel over nagedacht. Ik stond
open voor de optie.
Mijn vriend en de verloskundige duwde mijn bed naar de ‘ruggenprikkamer’. Hier
kan ik mij niet veel van herinneren. De pijn overheerste alles. Ik moest op de
rand van het bed gaan zitten. Er stonden veel mensen om me heen. Mijn vriend
maakte nog wat grapjes met het ziekenhuispersoneel. De prik werd gezet. Hier
voelde ik niets van. Mijn onderlichaam raakte aan één kant verdoofd. De prik
moest opnieuw. En toen begon het licht te schijnen. De pijn ebde als sneeuw
voor zon weg. Heerlijk!
Eenmaal weer terug op de kamer lag ik op bed. Min onderlichaam was totaal verlamd, dus ik kon niet bewegen. Maar ik kon wel weer praten, lachen, eten en drinken. Ik vroeg aan mijn vriend of hij mijn moeder en zus wilde bellen. Ik wilde hen graag zien. Hun bezoek deed me goed.
Ergens in de namiddag
Mijn ontsluiting werd weer gecheckt. ‘VO’ riep de stagiaire. De
verloskundige fronste haar wenkbrauwen en deed een second opinion. Ja
inderdaad, je hebt volledige ontsluiting! Maar ik voel wel een randje. Dus je
kan nog niet gaan persen. Blijkbaar had het hoofdje van mijn baby voor een
dikke rand gezorgd bij de baarmoedermond. Een obstakel.
Rond 9 uur ’ s avonds
‘Hmm, oké ik voel nog steeds een rand, maar het wordt wel tijd om te gaan proefpersen’. Wat is dat in hemelsnaam, proefpersen? En hoe dan? Ik voel helemaal geen persweeën, ik voel helemaal niets..
‘Duw waar je mijn vingers voelt zitten’. Ook daar merkte ik nauwelijks wat van. En voor mijn gevoel deed ik maar wat. Inmiddels was er zo’n 45 minuten verstreken en waren we nog geen steek opgeschoten. Ik was al aardig moe. ‘We gaan je ruggenprik stopzetten, dan voel je wel de persweeën’. Ik vond het een eng idee dat de pijn terug zou komen. Maar de dokter verzekerde me dat het een ander soort pijn zou zijn en dat het niet lang zou duren.
Rond half 11 ’s avonds
En inderdaad, ik voelde een druk en ook wel pijn, maar dat viel reuze mee. Inmiddels stond er een team van vijf vrouwen om me heen. Het persen duurde lang. Ik hoorde de verloskundige roepen dat ze voor een vacuümpomp moesten bellen. Ik dacht toen dat gaat gewoon niet gebeuren, die pomp wil ik niet! Maar ik zei niets. Ik heb eigenlijk heel die dag weinig gepraat of geluid gemaakt.
Ik had een stemmetje in mijn hoofd met de woorden van mijn nicht. ‘Sophie, wat er ook gebeurt raak niet in paniek. Dat is niet nodig. Het gaat sowieso lukken’.
Een van de verloskundigen vond het leuk om geboortefoto’s te maken en vroeg of wij dat goed vonden. En wat een goed idee was dat. Op een gegeven moment liet ze een foto aan mij zien dat je het hoofdje zag. Ik kreeg een opleving. Nu was ik er bijna. De dokter zei dat de pomp niet meer nodig was. Nog één keer persen. Ik voelde nu een brandend gevoel. ‘Anne, je bent er bijna, nu niet persen.’ Ik zuchtte en ik voelde de baby eruit flubberen. Het was gelukt!! Daar was hij dan eindelijk, Stein de Bie, een gezonde baby van 3536 gram geboren om 22.52 uur. Ik pakte hem aan en drukte hem stevig tegen mij aan. Hij huilde. Dat was een prachtig geluid. Mijn vriend was blij en trots. Ook het hele verlosteam was opgewekt. Een paar minuten later volgde de placenta. En daarna werd ik gehecht. Daar heb ik nauwelijks iets van gevoeld.
Die nacht
Mijn schoonouders, zwager en eigen ouders kwamen die nacht Stein bewonderen. Ze waren heel de dag stront zenuwachtig geweest. Ze waren dolblij om ons te zien en dat we gezond en wel waren.
Die uren na een bevalling zijn gewoon eigenlijk echt heel raar. Je bent uitgeput. Je bloedt, huilt en bent ook blij en trots. We probeerden borstvoeding. Stein wilde alleen maar slapen. En dat deed hij ook. Mijn vriend lag op de slaapbank. Ik lag wakker. Alles ging als een flashback constant aan mij voorbij.
18 januari 2020
Van het ziekenhuis mochten we nog een dag en een nacht blijven. Maar wij wilden naar huis. ’s Avonds kwamen we thuis. Mijn moeder en zus hadden het hele huis versierd. De kraamhulp kwam langs om ons te helpen. Ze vroeg aan ons hoe laat ze de volgende ochtend kon komen. We wilden uitslapen (wat een grap) en zeiden dat rond 9 uur wel prima was.
De kraamweek
Die nacht was verschrikkelijk. Stein wilde niet slapen. Wij wel. Ik belde mijn moeder rond half 7 huilend en in paniek op. Wat moeten we doen?
Ik vond de kraamweek erg zwaar en onrustig. Er liep een vreemde vrouw in mijn huis. Ja het was handig dat ze met borstvoeding hielp en mijn bed verschoonde. Maar verder vond ik het vervelend. Door al dat schoonmaken maakte ze veel herrie. Ik kon niet slapen. En als ik dan toch bijna sliep dan was het weer tijd voor voeding of er kwam bezoek langs. De situatie werd zorgelijk, want ik had al eigenlijk drie dagen niet geslapen. De kraamhulp zei dat ik moest slapen. Het lukt me niet. Elke minuut van de bevalling flitste door mijn hoofd. Het lijkt wel op een oorlogsfilm, waarbij je de soldaat flashbacks ziet hebben van het slagveld. Ik kon ook geen medicijnen krijgen om te kunnen slapen, want ik gaf borstvoeding. Dat was het dan.
Na een paar dagen kon ik dan toch de slaap vatten. Het was niet veel, misschien drie uurtjes, maar toch genoeg om enigszins te functioneren.
De eerste maand
De eerste twee weken waren eigenlijk best gezellig. Mijn vriend had vrij, dus we waren veel samen met Stein. Toen kwam de dag dat Bas weer ging werken. Dat sloeg in als een bom bij mij. Ik stond er nu alleen voor. Van die weken kan ik me niet veel herinneren. Behalve dat de borstvoeding wel aardig ging. Wat is blijven hangen is dat Stein alleen bij ons wilde slapen. Dus je kon hem niet wegleggen. Daardoor kon je niets doen. Ik raakte daardoor geërgerd en gefrustreerd.
Ondertussen pakte mijn vriend zijn leven weer op. Hij ging hardlopen met een vriendin en ging af en toe op pad met vrienden. Ik was jaloers. En dat gevoel vond ik heel vervelend. Dit moest toch de leukste en mooiste periode van je leven zijn? Waarom voelde ik me dan zo slecht?