Top

Mama Sophie schrijft van prenatale pret naar postnatale angststoornis deel 2

Mama Sophie schrijft van prenatale pret naar postnatale angststoornis deel 2

VERLIEFD, VERDOOFD, VERSTIJFD EN VERLOST

Deel 1 lees je hier

Voor Stein
Stein, jij bent het beste wat mij ooit is overkomen. Jij bent nooit het probleem geweest, maar de oplossing. Door jou ben ik sterker dan ooit. Door jou heb ik geleerd dat hoe erg iets ook kan lijken dat het echt goed kan komen. Jij bent een fantastisch lief en vrolijk mannetje. Ik zie zowel van je papa als van mij eigenschappen terug. Jij bent het beste van ons twee. Voor jou heb ik alles over. Ik hou van je en zal je altijd helpen en liefhebben. 

Je mama

Verstijfd

Na de eerste maand
Ik kwam op controle in het ziekenhuis. De arts vroeg aan mij hoe het ging. Ik antwoordde dat het lichamelijk herstel goed was gegaan, ik had weinig kwaaltjes. Maar mentaal voelde ik me niet goed. Ik huilde elke dag en elke dag was een worsteling. De arts vertelde dat als ik dit gevoel bleef hebben, ik met mijn huisarts contact moest opnemen.

Het gevoel werd erger en erger. Er gebeurde ook iets geks. Ik dacht dat ik Stein niet zelfstandig in slaap kon krijgen. Dat ik daarin faalde. Zodra hij wakker werd was er ik al mee bezig hoe ik hem dan weer in slaap kon krijgen. Ik werd daar heel nerveus van. Mijn hart bonsde als ik borstvoeding gaf, want ik wist dat hij daarna weer naar bed zou moeten gaan.
Mijn omgeving begreep deze angst niet. ‘Hij slaapt toch? Er is niets mis met hem’. Maar ik dacht van wel. Ik zat de hele dag op mijn telefoon te kijken hoe je een baby in slaap kan krijgen en wat een goed slaapschema was. Ook had ik een paar boeken die ik keer op keer las.
Mijn moeder wees me er op dat ik hier mee moest ophouden. Een bevriende kinderarts kwam langs en zei dat ik op mijn gevoel moest vertrouwen en dat je vanzelf leert om je kind te lezen.

Rond 7 weken na de bevalling
Maar wat was mijn gevoel? Ik had geen idee! Ik wist totaal niet wat ik moest doen of zou moeten doen. De angst werd erger en erger. Ik kon niet meer slapen door angstige en donkere gedachten. En toen was hij daar, een paniekaanval. Bij mijn moeder aan de keukentafel. Mijn vriend zat er naast. Ik kon niet meer. Mijn wereld stortte in. Was dit het nou? Had ik hier nou al die jaren naartoe geleefd?
Mijn moeder belde de huisartsenpost. Ik zou moeten stoppen met borstvoeding geven, anders kon ik geen kalmerende medicijnen krijgen. Eigenlijk wilde ik daar allang mee stoppen, want het sloopte me. Drie keer per nacht opstaan en dan ongeveer veertig minuten voeden. En dan vervolgens weer je baby in slaap proberen te krijgen. Oja en ik had hele erge zweetaanvallen. Dus een paar keer per nacht moest ik een schoon t-shirt en ondergoed aandoen, want alles was zeiknat. Overdag durfde ik niet langer dan een uur bij Stein weg te zijn, want wat als hij honger had en ik was niet in de buurt? Ik kon niet meer. Ik was op. Mijn angst om Stein niet in slaap te kunnen krijgen was veranderd in dat ik zelf dacht dat ik niet meer kon slapen.

Oké de knoop was doorgehakt. Ik stopte met de borstvoeding en kreeg oxazepam en temazepam. Die avond viel ik om 8 uur ’s avonds op de bank bij mijn ouders in slaap. Ik kon eindelijk weer slapen.

De volgende twee maanden
Die waren ronduit verschrikkelijk. Ik kon geen minuut alleen zijn. Ik had continu iemand om me heen nodig. En dan het liefst mijn vriend, ouders of zus. We besloten dat ik weer een tijdje bij mijn ouders ging wonen. Met Stein erbij. Mijn vriend logeerde er ook veel. De angst van het niet kunnen slapen en de angst voor de nacht op zich werd erger en erger. Als ik ’s ochtends opstond was ik bezig met hoe ik ’s avonds in slaap zou kunnen vallen.

Het was een obsessie. Heel de dag door. Het was een dwanggedachte. Om krankzinnig van te worden en dat werd ik dus ook. Ik vroeg me af of ik wel ooit moeder had moeten worden. Ik kan me nog herinneren dat mijn vader tegen me zei ‘maar je houdt toch wel van Stein’. Ik wist eigenlijk niet goed wat ik hier op moest antwoorden. Ik twijfelde aan alle gevoelens die ik had. Ik wist niet meer wat waar was en wat niet.

Via de huisarts kreeg ik een doorverwijzing naar een speciale poli in het Erasmus MC.  De eerstvolgende afspraak zou over een maand pas kunnen. Weer paniek. Want hoe kon ik het zo lang volhouden? Elke dag was een kwelling.

Mijn ouders en vriend zorgden heel goed voor mij en Stein. Ook zorgden zij ervoor dat ik zoveel mogelijk tijd met Stein doorbracht. Daar ben ik hun ontzettend dankbaar voor. De hechting ging gelukkig goed.
Ondertussen slikte ik 3 oxazepam en 1 temazepam per dag. De scherpe randjes waren daardoor weg, maar ik voelde me nog steeds verschrikkelijk slecht. Ik belde de huisarts in paniek op. Ik moet gewoon snel hulp krijgen. De huisarts was gepikeerd. Ik had namelijk op eigen houtje al twee gesprekken met een psycholoog gehad. Dit was tegen zijn advies in geweest, want ik moest wachten op het gesprek met de psychiater. Ik kon alleen eerder hulp krijgen als ik suïcidaal was of Stein iets aan wilde doen. Dat was godzijdank niet het geval. Maar toch, als ze me toen hadden opgenomen had ik dat goed gevonden. Als ik maar beter zou worden.

Weer op eigen initiatief belde ik met de poli van het Erasmus MC. Ik hoopte dat ik eerder geholpen zou kunnen worden. Oja inmiddels was er ook sprake van een pandemie. Het was daardoor onzeker hoe en wanneer ik geholpen zou kunnen worden. Maar de telefoniste nam me serieus en zorgde ervoor dat ik werd gebeld door de psychiater. En wat een verlossing was dat ene telefoontje al. ‘Sophie, het is heel goed dat je hulp hebt gezocht en geloof me je bent echt niet de enige! Ik spreek elke dag wel tien vrouwen die zoiets als jij ervaren. Het gaat goed komen.’ Ik huilde van geluk. Ik voelde me erkend. Er was licht aan het einde van de tunnel. Wel moest ik nog twee weken wachten op de behandeling. In de tussentijd moest ik kalmerende medicijnen blijven slikken.

Die twee weken waren heftig. Niet alleen ik was in paniek, maar de hele wereld door COVID-19. Afleiding zoeken was moeilijk. Ik wandelde, liep hard en tenniste tegen betonnen muren. Alles om maar even niet in paniek te zijn.

Tien weken na de bevalling had ik de telefonische intake met de psychiater. Ze stelde veel vragen. Al vrij snel trok ze een conclusie. ‘Je ervaart meer angst dan depressie. Je hebt een postnatale angststoornis’. Hoewel ik dit heel erg vond om te horen, had mijn ziekte nu een naam gekregen. En het goede nieuws was dat het behandelbaar was met gesprekstherapie en antidepressiva. Wegens de pandemie was het niet mogelijk om de therapie in het ziekenhuis te volgen. Het ging dus via de telefoon.

Ik kreeg ook gelijk een recept voor Sertraline. Dit medicijn moest ik in een paar weken gaan opbouwen. Het zou wel ongeveer zes tot acht weken duren, voordat ik de positieve effecten zou gaan merken. En geloof me dat is echt een lange tijd als je elke dag denkt dat je dag niet door kunt komen. Maar het gaf me wel hoop.

Een paar dagen na het slikken van de medicijnen kreeg ik bijwerkingen. Eerst een droge mond. En toen….hele erge gedachten ook wel intrusies genoemd. Als ik in de auto zat dan dacht ik dingen als wat als we nu hard tegen de vangrail rijden? Intrusies zijn heel normaal en iedereen ervaart deze wel eens, maar in mijn situatie werd ik nog angstiger van die gedachten. Want ten eerste wilde je zoiets helemaal niet denken en tweede ben je bang dat je er naar gaat handelen. De ergste intrusie was toen ik Stein in badje deed. Wat als ik nu zijn hoofdje onder water doe? Een golf van misselijkheid ging gelijk door mij heen. Hoe kon ik nou zo iets verschrikkelijks denken? Ga ik daadwerkelijk zoiets dan ook doen?

Een week later bleek dat ik een dubbele dosis per ongeluk had geslikt. Dat versterkte de bijwerkingen. Voordeel was dat ik nu gelijk op de juiste dosering zat. In plaats van oxazepam kreeg ik lorazepam. Dat hielp.

Na drie maanden
Elke week sprak ik met mijn psychiater. Ook kreeg ik psychomotorische hulp via de telefoon. Deze hulp was gericht op goede ademhaling en ontspanning. We probeerden in eerste instantie cognitieve therapie. Dat werkte niet voor mij. Op een gegeven moment zei de psychiater ‘ik denk dat goed voor je kan werken als je je vervelende en angstige gedachtes en gevoelens op dat moment laat zijn voor wat ze zijn en vervolgens denkt dat het oké is om dan maar even zo te denken.’ Dan accepteer je eigenlijk je gedachtes op dat specifieke moment. Vervolgens laat je het van je afglijden. Dat werkte! Ik had vele gesprekken met mijzelf waar ik deze methode toepaste. Het gaf rust. Want het was oké om je even slecht te voelen en jezelf niet tegen te spreken. Ook de medicijnen begonnen te werken.

Na 6 maanden
Het ging de goede kant op. Met werk had ik goede afspraken gemaakt over mijn inzet. Ik had iedereen geïnformeerd over mijn situatie.  Daar werd ontzettend begripvol op gereageerd. Werk was ook een goede afleiding.

De psychiater en ik hadden een plan gemaakt voor het afbouwen van de lorazepam. Van drie pillen per dag zou ik naar 0 gaan. En dan steeds met een half pilletje minderen. Deze afbouwperiode was heel zwaar. Ik was zowel lichamelijk als geestelijk afhankelijk geworden. Ik voelde me een junk. Deze pillen waren mijn houvast. Kon ik wel zonder? Ja, dat kon. Maar dat ging gepaard met bijwerkingen en weer paniekaanvallen. Toch lukte het na een aantal maanden om er helemaal mee te stoppen. Ook dit was een stap in de goede richting. Het gaf me zelfvertrouwen. Dat gold ook voor heel iets anders. Ik was namelijk op advies van mijn ouders gaan kickboksen. Mijn vader deed dat al jaren en spoorde mij aan om het ook te gaan doen. En al na de eerste les voelde dat goed. Ik kreeg mijn zelfvertrouwen terug. En tijdens het kickboksen kon ik nergens aan denken, want de trainingen waren heel intensief.

Mijn laatste gesprek met de psychiater volgde. Volgens haar was ik nu een tijdje stabiel. Ze wilde mijn dossier overdragen aan de huisarts. Ze vertelde me ook dat als ik er aan toe was ik kon gaan afbouwen, onder begeleiding met de huisarts, met de antidepressiva. Ik kon haar wel zoenen. Ze had me zo ontzettend goed geholpen. Maar ik moest weer op eigen benen staan.

Na elf maanden
Ik nam contact op met mijn huisarts over de antidepressiva. Ik wilde ermee stoppen. Hoewel ik denk dat het medicijn me echt goed geholpen heeft, waren er ook minpunten. Zo had ik al maanden keelpijn, stramme spieren en sliep ik onrustig met heftige dromen en ook nachtmerries. En ik vertrouwde erop dat de ziekte weg was.
Het afbouwen verliep vrij goed. De eerste periode voelde ik me alsof je een kater hebt. De tweede periode was heftiger. Ik had last van duizelingen. Ook gingen mijn emoties alle kanten op.

Verlost

Na 1 jaar
Nu ben ik ongeveer drie weken medicijnen vrij. En het gaat goed. Mijn emoties zijn nog wel wat aan het schommelen, maar misschien hoort dat ook wel gewoon zo. Ik heb gemerkt dat ik toch wel een stuk vlakker was door de medicijnen.

Stein is inmiddels al een jaar geworden. Hij loopt, zegt mama en papa, wijst, zwaait. Maar hij is vooral gezellig en iedereen is dol op hem. We zijn zo trots als een pauw.

Bijna elke dag denk ik nog wel aan de tijd van de postnatale angststoornis. Het maakt me af en toe verdrietig. Wist ik toen maar gelijk dat het beter zou worden. Tegelijkertijd is dat een onderdeel van de ziekte. Zo zie ik het, een ziekte. Het overkomt je, je kiest er absoluut niet voor.  Het is frustrerend dat je de echte oorzaak niet te weten komt. Al heb ik een sterk vermoeden dat het iets met de inleiding te maken heeft. Onnatuurlijk geweld met en in je lijf.

Je hoort mensen wel eens zeggen van ‘je weet toch waar je aan begint als je kinderen krijgt’. Nee, dat weet je niet. Het kan alle kanten opgaan. Bij mij was het helaas geen goede kant in het begin. En ook zo’n mooie van ‘het hoort erbij’. Wat hoort erbij? Dat bepaal je zelf wel. In ieder geval hoort deze periode nu bij mijn leven. Het zal altijd bij me blijven, maar het overheerst niet meer. Ik ben verlost.